Duurzame en betaalbare energie

Duurzame en betaalbare energie

De EU behoudt haar voortrekkersrol in de wereldwijde energietransitie, zet in op meer zelfvoorzienendheid en is uiterlijk in 2050 een klimaatneutraal continent. Dat is een gigantische uitdaging. Nu wordt meer dan 60% van de energie geïmporteerd en is nog geen kwart van alle energie duurzaam. De invasie van Rusland in Oekraïne en de daaropvolgende energie-oorlog resulteerde in een ongeëvenaarde energiecrisis sinds de jaren 1970. Vanuit onze christelijk-sociale visie willen we het energiesysteem veranderen. Alles aan de vrije markt overlaten, leidt tot kortetermijnoplossingen en oplopende afhankelijkheid. Om het energiesysteem te verduurzamen is een actieve houding van de Europese en nationale overheid nodig in combinatie met groen ondernemerschap.

  • Duurzame energieopwekking & -besparing. De meest duurzame energie is de energie die niet gebruikt wordt. Daarom wordt maximaal ingezet op besparing van energie, bijvoorbeeld door strenge Europese regels voor energie-efficiënte apparaten. Duurzame, decentrale energieopwekking kan ervoor zorgen dat de EU minder afhankelijk wordt van olie- en gas producerende landen. Duurzame energie wordt daarom zoveel als mogelijk binnen de EU opgewekt, waarbij rekening wordt gehouden met de kansen en geografische kenmerken per lidstaat en de lokale bevolking kan profiteren van de opbrengst. Dit geldt ook voor duurzame energieopwekking buiten Europa, waar toegang tot energie een belangrijke voorwaarde is voor het opbouwen van een betere toekomst.
  • Strategie leveringszekerheid. De opwekking van duurzame energie moet zo snel mogelijk, maar is niet direct een antwoord op het enorme tekort aan energie in Europa. Zelfs in de meest optimistische scenario’s wordt de komende jaren nog steeds veel olie en gas gebruikt. Onder strikte natuurbeschermingsregels heeft winning van fossiele brandstoffen in Europa de voorkeur boven de nog veel vervuilendere winning elders. Daarbij moet een groot deel van de baten aan nationale overheden afgedragen worden.
  • Kritieke grondstoffen. Grondstoffen die belangrijk zijn voor de energietransitie worden gewonnen op de meest efficiënte locatie met de meest milieu- en omgevingsvriendelijke techniek. Binnen Europa wordt een veel actiever beleid gevoerd om meer controle te krijgen over kritieke grondstoffen. Daarbij wordt ingezet op meer productie in de EU of in bevriende landen met een stabiele democratische rechtsstaat (zie ook Hoofdstuk Economisch Europa).
  • Internationale energie-infrastructuur. Er is een forse uitbreiding van de energieinfrastructuur nodig om energieprijzen te verlagen en een duurzaam energiesysteem te realiseren. Elektriciteitsnetwerken moeten worden uitgebreid en waterstof- en CO2- netwerken moeten worden aangelegd. Hierbij is een coördinerende rol voor Europa weggelegd, zodat deze duurzame netwerken echt kunnen gaan concurreren met olie en gasnetwerken die deze internationale positie nu innemen.
  • Betaalbare energie. Doordat Europa weinig eigen energie produceert, heeft de overheid energieprijzen niet in de hand, maar moet bij prijspieken wel actief ingrijpen.
    • De miljarden uit het Sociaal Klimaatfonds, waarvan een derde voor tijdelijke directe inkomenssteun, gaan naar de lidstaten, die zelf bepalen waar ze het geld aan uitgeven. De Europese Commissie ziet hierop toe.
    • Transparante energieprijzen leiden tot lagere gemiddelde prijzen wat voordelig is voor consumenten. De EU gaat daarom landen verplichten de regulering van de energiemarkt voor huishoudens zo in te richten dat huishoudens eenvoudig kunnen vergelijken wat de kosten zijn.
  • Koolstofgrenscorrectie (CBAM). De belasting die geheven wordt op bepaalde geïmporteerde producten met een hoge CO2-uitstoot zoals staal, cement, ijzer, aluminium, kunstmest, en elektriciteit en waterstof wordt uitgebreid naar meer sectoren, zoals plastic. Dit is essentieel om te voorkomen dat bedrijven hun productie buiten de EU verplaatsen om de kosten van klimaatregelgeving te vermijden.
  • Emissiehandel. Het emissiehandelssysteem, waarbij bedrijven die weinig broeikasgassen uitstoten hun rechten verkopen aan bedrijven die meer uitstoten dan waar ze recht op hebben, werkt goed. Om de klimaatdoelen te halen heeft het systeem een doorontwikkeling nodig, zodat het een echte bijdrage kan leveren op weg naar klimaatneutraliteit. Om oneigenlijke handel en weglek (het verhuizen van activiteiten naar het buitenland) te voorkomen en echte klimaatresultaten te boeken wordt het systeem uitgebreid en aangepast:
    • Uitbreiding: emissierechten versneld aan het systeem onttrekken en uitbreiden naar alle industrie (niet uitsluitend de energie-intensieve sectoren).
    • Aanpassing: Zo snel mogelijk beëindigen van het gratis verstrekken van emissierechten.
  • Waterstof, energieopslag en innovatie. De ChristenUnie ziet grote kansen voor groene waterstofhubs. Omdat het ineens omschakelen naar groene waterstof niet mogelijk is, zijn voor de warmtetransitie in met name de industrie ook andere oplossingen nodig. De EU stimuleert daarom innovatie op het gebied van energieopslag en schone vormen van verbranding waarbij geen CO2 vrijkomt, zoals iron fuel technologies. Bij (grootschalige) 28 Geloofwaardig Europa investeringen, ook buiten Europa, is het belangrijk dat lokale bevolking ervan profiteert en de meest milieu- en omgevingsvriendelijke techniek wordt toegepast.
  • Opslag van industriële CO2-emissies. Binnen de Green Deal wordt onder meer ingezet op koolstofafvang- en opslag. Wat de ChristenUnie betreft is de opslag van CO2 een tijdelijke transitiemaatregel op weg naar een emissievrije economie, maar wel nodig om de doelstellingen op tijd te halen. CO2-afvang bij de industrie kan worden gefaciliteerd door hiervoor een beperkte infrastructuur aan te leggen, gericht op de basisindustrie waar CO2- emissies in het primaire proces vrijkomen.
  • Kernenergie. Gelet op de nadelen die aan de huidige generatie kerncentrales kleven – met name de afvalproblematiek – hebben duurzame vormen van energie onze voorkeur. Kernenergie kan onder bepaalde voorwaarden een nuttige toevoeging zijn in de Europese energiemix. In de transitie naar duurzame vormen wil de ChristenUnie dan ook onderzoeken of kleinschalige en innovatieve vormen van kernenergie, die veel minder radioactief afval produceren, een optie zijn. Ook wordt ingezet op hergebruik en verminderen van kernafval.
  • Stop voordelen fossiele industrie. De EU gaat de belastingvoordelen en -vrijstellingen van de fossiele industrie in lidstaten transparant in beeld brengen en zet zich ervoor in om deze zo snel mogelijk af te schaffen, waar dat de transitie bespoedigt. Hierbij worden maatregelen genomen om weglek (het verhuizen van vervuilende activiteiten naar het buitenland) te voorkomen.
  • Duurzaam beleggen. De regels voor duurzaam beleggen en de regels voor duurzaamheidsrapportages dienen beter op elkaar afgestemd te worden. De regels voor informatieverstrekking moeten van toepassing zijn voor alle financiële producten. De EU taxonomie kan verder worden aangescherpt.