Circulaire en een zelfvoorzienende Europese economie

Circulaire en een zelfvoorzienende Europese economie

Ruimte en grondstoffen zijn eindig en raken ooit op. Een volledige circulaire economie die grondstoffen hergebruikt, is in de toekomst onontkoombaar en noodzakelijk om milieu- en 36 Geloofwaardig Europa klimaatproblemen niet te verergeren. De ChristenUnie wil daarom dat de economie circulair wordt. De beschikbaarheid van grondstoffen, vooral voor duurzame energieopwekking, moet een belangrijk onderdeel zijn van de Europese geopolitiek. We moeten beter nadenken over hoe we van afval weer grondstoffen maken. Eerlijk beprijzen, waarbij de vervuiler betaalt, hoort daarbij. Regelgeving moet uniform en eenvoudig zijn. We verwachten van de industrie een stevige bijdrage in de transitie, die niet per definitie wordt doorberekend aan de burgers.

Het uitgangspunt is: de vervuiler betaalt. Bedrijven kunnen geen winst maken ten koste van de natuur. Vervuilend gedrag wordt ontmoedigd, niet alleen voor bedrijven binnen de Unie, maar ook voor bedrijven die toegang tot de Europese markt willen krijgen, zodat een eerlijk speelveld wordt gecreëerd. ‘Carbon leakage’ (het effect dat in het ene land een toename is van uitstoot van broeikasgassen als gevolg van emissiereductie in een ander land met strenger klimaatbeleid) moet worden voorkomen.

  • Circulair ondernemen. Om materiaalschaarste tegen te gaan wil de ChristenUnie dat Europa wereldwijd voortrekker wordt van circulair ondernemen. De afvalstoffenregelgeving wordt hierop aangepast door deze beter te synchroniseren met de regelgeving op het gebied van grondstoffen. De ChristenUnie wil ondernemers stimuleren om minder materiaal te gebruiken en minder afval en uitstoot te produceren, met oog op de hele levenscyclus en zo ingericht dat het niet leidt tot weglek over de grens. Door te normeren en te beprijzen wil de ChristenUnie komen tot eerlijke ketenprijzen inclusief gecertificeerde verwijdering en recycling. Dit alles moet zo worden vormgegeven dat een eerlijk speelveld tussen de EU-landen ontstaat en dat ook het midden-en kleinbedrijf (MKB) eenvoudig kan aanhaken zonder zware administratieve verplichtingen.
  • Voedselketen. De ChristenUnie pleit voor een Europese voedselagenda, waarbij we voedsel produceren binnen de EU in gebieden die daar het beste voor geschikt zijn. Op die manier produceren we in Europa voldoende en gezond voedsel om de interne markt te voorzien zonder exportwaarde te hoeven opgeven. Voedselverspilling moet aangepakt worden door aan lang houdbare producten geen houdbaarheidsdatum te koppelen.
  • Kritieke grondstoffen. Grondstoffen die belangrijk zijn voor de energietransitie worden gewonnen op de meest efficiënte locatie met de meest milieu- en omgevingsvriendelijke techniek, zo mogelijk binnen de EU of in bevriende landen met een stabiele democratische rechtsstaat. Daarbij is diversificatie belangrijk zodat een te sterke afhankelijkheid van één land wordt voorkomen. Voor schaarse (of kunstmatig schaars gehouden) materialen moet volop worden ingezet op onderzoek naar alternatieve grondstoffen die ruim voorhanden zijn. In het buitenlandbeleid (mensenrechten) moet meer aandacht zijn voor de omstandigheden waaronder veel kritieke grondstoffen nu worden gedolven.
  • Een einde aan wegwerpplastic. Het aantal verpakkingen kan drastisch omlaag, daarmee wordt veel milieuschade voorkomen. Alles wat je niet gebruikt hoeft ook niet geproduceerd te worden. De ChristenUnie wil een verbod op wegwerpplastic en een vereenvoudiging van verpakkingsmaterialen voor goede recycling. Veel verpakkingen zijn te geavanceerd waardoor hoogwaardige recycling vaak niet mogelijk blijkt.
  • Belasting op afvalgebruik. De huidige nationale bijdrage die de EU heft op nietgerecycled plastic afval moet worden uitgebreid met een milieudrukbelasting waarin ook niet-duurzaam gebruik van ander afval wordt meegenomen. De opbrengst van dit eigen middel kan afgetrokken worden van de ‘gewone’ afdracht aan de EU, zodat de EUbegroting niet noodzakelijkerwijs toeneemt in omvang.
  • Recht op reparatie. Bedrijven moeten verplicht worden kwalitatief goede producten te maken en geen slechte producten waarbij de consument de dupe is. Het recht op reparatie van producten en recht op informatie hierover moet actief worden gecommuniceerd. Op bepaalde producten moet een langere garantie gegeven worden met een verwachte levensduur van een minimum aantal jaar. Als bedrijven opzettelijk slechte producten maken, moet dat strafbaar worden. De EU moet hergebruik stimuleren, ook door reparatie en nieuwe technieken. Dit geldt niet alleen voor huis-, tuin- en keukenproducten maar ook voor het gebruik van zeldzame grondstoffen voor de productie van zonnepanelen, accu’s en andere duurzame technologieën.
  • Bio-based productie. Een goede manier om klimaatneutraal te worden, is om op de Europese markt meer materiaal met een biologische oorsprong te gebruiken, die binnen de verbruikstijd opnieuw moet kunnen groeien. Natuurlijk materiaal uit geologische afzettingen of fossiele grondstoffen vallen er dus niet onder. Biomassa is overigens nog niet automatisch ook duurzaam. Daarom moet er een Europese taxonomie komen van wat als (duurzaam) bio-based mag tellen en wat niet.

Recht op reparatie

Het recht op reparatie houdt in dat consumenten het recht hebben om (elektronische) apparaten te laten repareren in plaats van weg te gooien. Uitgangspunt hierbij is consuminderen. Het is een van de mogelijkheden om het huidige lineaire productiesysteem om te vormen naar een meer circulair systeem. Met een langere levensduur van apparaten zijn minder grondstoffen nodig en wordt minder afval geproduceerd.