Economische en monetaire unie

Economische en monetaire unie

De economische en monetaire unie (EMU) is een feit en brengt ons veel welvaart. Een gezamenlijke munt werkt echter pas goed wanneer economieën naar elkaar toe groeien. Dat was het vooruitzicht toen de euro werd ingevoerd. Voor de toekomst van de euro is het belangrijk dat er verstandig en solidair financieel beleid wordt gevoerd, dat afspraken worden nagekomen, dat inkomsten en uitgaven zorgvuldig worden gewogen, en onhoudbare schulden worden afgebouwd. Voor een beter functioneren van de EMU zijn de volgende punten van belang:

  • Toetreding- en uittredingstrategie. Voor de stabiliteit van de euro is het belangrijk om voor de Eurozone niet alleen een helder draaiboek voor toetreding maar ook voor uittreding te ontwerpen met heldere criteria en strategie.
  • Goede handhaving begrotingsregels. De euro kent een aantal fundamentele gebreken die aan het licht komen in de verschillen in verdienvermogen en concurrentiepositie van de eurolanden. Het stabiliteits- en groeipact moet zodanig worden vorm gegeven dat de afspraken niet alleen helder en doordacht zijn maar ook gehandhaafd worden. Nietnavolging wordt gesanctioneerd. Handhaving door de Commissie moet niet gaan over details. Handhavingsmaatregelen en boetes moeten zo worden ingericht dat zij fungeren als waarschuwingssignalen voor de obligatiemarkten en niet tot hogere financieringskosten voor de overheid.
  • Geen Eurobonds. De ChristenUnie is geen voorstander van het binnen de EU gezamenlijk aangaan van schulden. De ChristenUnie vindt dat gezamenlijke Europese uitgaven primair moeten worden gefinancierd uit de bijdragen van de lidstaten. Als er toch wordt gekozen voor het gezamenlijk aangaan van schulden dan moet dat duidelijk afgebakend zijn in tijd en omvang en gebonden zijn aan een specifiek beleidsdoel of noodgeval.
  • Verkleinen betalingsrisico’s. Op dit moment lopen individuele landen risico via het betalingssysteem dat gebruikt wordt voor de verwerking van grote grensoverschrijdende betalingen tussen centrale en commerciële banken (Target-2). Er komen maatregelen om deze risico's te verkleinen, zoals een periodieke afrekening of het instellen van plafonds.
  • Mandaat Europese Centrale Bank. De ECB moet zich binnen haar mandaat richten op haar kerntaak prijsstabiliteit. Ruimere taken moeten onder democratische controle van het Europees parlement staan. Dit betekent echter ook dat de lidstaten hun verantwoordelijkheid moeten nemen met prudent fiscaal beleid. Een duidelijke scheidslijn tussen het mandaat van de ECB en het economisch beleid van de Commissie is nodig. Op die manier gaan de monetaire en economische unie goed samenwerken.
  • European Monetary Fund. Monitoring van het beleid, de scheidslijnen en de maatregelen kan plaatsvinden door een nieuw European Monetary Fund (EMF) dat door de lidstaten wordt gecontroleerd en dat zich richt op de naleving van begrotingsbeleid, fiscaal beleid en monitoring van fondsen. Tegelijk moet ervoor worden gewaakt dat er niet een wildgroei aan instituties ontstaat.
  • Europees Stabiliteitsmechanisme. De voorwaarden voor deelname aan het Europees noodfonds voor lidstaten (het ESM) worden niet verruimd. Er moet worden gekeken hoe de verschillende fondsen die de laatste jaren zijn ontstaan, kunnen worden gecombineerd en versimpeld zodat het begrijpelijker wordt voor de burger en er meer democratische controle door het Europees Parlement kan plaatsvinden.
  • Digitale euro. Contant geld moet blijven bestaan. Daarnaast is de ChristenUnie geen voorstander van de digitale euro omdat het nut en de noodzaak voor de burger vooralsnog niet duidelijk zijn. Mocht de digitale euro er toch komen dan moet deze de internationale rol van de euro versterken en moeten de hoogst mogelijke eisen aan privacy worden gesteld. Wij toetsen ieder voorstel op dit gebied aan de principes van selfsovereign identity.

Digitale Euro

De digitale euro is een door de overheid uitgegeven digitale versie van de euro. Dat is niet hetzelfde als digitaal betalen, wat wordt aangeboden door bedrijven zoals banken, creditcard maatschappijen en fintech bedrijven. Deze bedrijven maken gebruik van de bestaande euro voor transacties. Het belangrijkste verschil ligt dus in wie de digitale euro uitgeeft en reguleert.